Ogen vol vuur
Door: Auk
Blijf op de hoogte en volg Auk
31 Juli 2016 | Cambodja, Phnom-Penh
Het begon met een onschuldig tuctuc tochtje naar de centrale markt en de tempel Wat Phnom. 5 dollar was de afspraak. Een half uur zouden we in de markt blijven en ja, hij zou op ons wachten. De markt was, comform alle Aziatische markten, groot, onoverzichtelijk en beklemmend. Het duurde anderhalf uur voordat we de juiste uitgang vonden. Op zoek naar onze tuctuc chauffeur. Een blauw shirt, dat wist ik nog.
Mopperend wachtte hij ons op. We waren te lang weggebleven. Een discussie over geld. Hij wilde tien dollar extra. Hij stopte op de hoek van de straat. Voor tien dollar extra bracht hij ons naar de tempel. We wilden niet. We wilden niet meer met hem mee en stapten uit. Ik reikte twee dollar naar hem en vroeg hem weg te gaan. Laat ons gaan. Twee donkere priemende ogen en een boze stem. Geef me vijf. Hij wees naar de achterbank: hij moest en zou ons naar de tempel brengen.
Na een lange discussie wuifde hij ons weg: rot op. Toen we wegliepen bedacht hij zich blijkbaar: de tuctuc reed naast ons. Hij stapte uit en stond voor me. Hij wees naar me en zijn ogen schoten vuur. Geef me geld. Ik zei dat hij rustig moest doen, niet moest wijzen en weg moest gaan. Hij zei dat hij aan kickboxen deed en werd al agressiever. Ik wuif nog een keer met de twee dollar en vraag hem weg te gaan. Uit het niets pakt hij m'n pols hardhandig vast. Een security officer komt erbij en ik richt me tot hem. Ik smeek hem ons te helpen. Ik leg uit dat de man ons aanvalt en ons bedreigd. De security officer loopt weg.
Er breekt iets in mij. Dat de beveiliger niets doet. Nooit maar dan ook nooit meer zal ik me laten slaan door een man. Ik schreeuw tegen hem. Of hij helemaal gek is geworden. Of hij vrouwen altijd zo behandeld. Dat ik de politie zal bellen. Ik huil hysterisch. Hij blijft agressief en staat dreigend voor me. Ik geef hem geld en vraag of hij weg wil gaan. Hij stapt in z'n tuctuc en rijdt nog eenmaal langs ons. Hij heeft een ijzeren staaf in zijn hand en roept: ik weet waar je hotel is, ik kom je vermoorden! Mijn hersenen maken meteen de link met de killing fields waar duizenden een anoniem graf kregen door een klap met een ijzeren staaf in het achterhoofd.Ik blijf kranig staan tot hij de hoek om is. Daarna storten we beiden in. Ik tril en huil oncontroleerbaar. Heel naief dacht ik als westerse vrouw onschendbaar te zijn. Dat Cambodjanen genetisch niet in staat zijn tot woede of agressie. Zwart-wit. Wederom.
Terug in het hotel horen wij dat aangifte doen geen zin heeft. De politie is corrupt. We zijn niet beroofd en het dreigement was waarschijnlijk loos. Wel gaat de hotelbaas rondvragen wie de tuctucchauffeur is. Ik bel mijn ouders wakker. Soms ben je weer even klein en kwetsbaar als een kind en wil je niks liever dan de bescherming van je ouderlijk nest.
Nog geen minuut later bepalen we dat dit onze dag niet gaat verpesten. Een plons water in het gezicht en gaan met die banaan. We gaan een ijsje halen. Onderweg worden we weer door tientallen tuctuc chauffeurs aangesproken. Ik wil niet meer lief 'no thank you' zeggen. Ik beweeg me tussen wegkruipen en uitslaan. Als een hagedis flaneren we over de weg, dicht tegen de muur, heen en weer schietende ogen: is hij ergens? Uiteindelijk kiezen we voor een breedlachse tuctucchauffeur die ons alsnog naar Wat Phom brengt. Stukje bij beetje komt het vertrouwen terug en durven we de omgeving in ons op te nemen. 'S middags voeren we de aapjes en de eerste kleine grapjes worden gemaakt. Bij de tempel smeek ik Buddha om veiligheid en bedank ik hem voor het geluk wat we hebben gehad...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley